bindingsangst is haar vreemd ze knoopt kritiekloos relaties aan, trekt zich handensnijdend strak om balen hooi en stro, houdt scherpknellend vast, rafelig en tegen beter weten in ze is geenszins ijdel, oh nee, lijdzaam laat ze zich ontvoeren betrappen en vertrappen onder hoeven en laarzen, nooit ongrijpbaar hangt ze opgewonden in hoeken van tochtige schuren rond, haar bescheiden lasso vangt de gewillige tijd, geur van gedroogd gras hangt om haar heen als een zwaar parfum van vergetelheid.