Badmeester

Een kind leren zwemmen.

De kunst van het drijven,
boven te blijven.

Je borst natmaken,
het water raken.

Slagkracht ontdekken,
de zwaarte, het strekken.

Op je rug, je stoot je kop
Ik hou je tegen, vang je op.

Handdoek om je kippenvel,
Bibber niet, ik droog je snel.

Kikkersprong met zachte dwang
Ik sta naast je, wees niet bang.

Een mens leren zwemmen.
Het zinken te temmen.
De overkant halen,
of onderweg falen.

De diepte in durven,
met trillende lurven.

Duik maar van de hoge,
vlieg met open ogen.

Pak adem, stop de tijd,
spreid je vleugels gooi ze wijd.

Schreeuw het lef uit je donder,
En dan kopje onder.

De grote onbekende
onderwaterwereld in.
Een kind leren zwemmen.
Dan heeft het leven zin.