Als natte sneeuw smelt
hoor jij de nachtengelen
water halen
zich vergissen in het licht.
Ze vergaten de tijd
bij het beekje, dun en helder.
Als pasgevallen sneeuw kraakt
voel jij de steken in je tenen
in de sokken
die je oma had gebreid.
Ze gaf je een zak
zelfgebakken brood, om buiten op te eten.
Als duiven driedubbele salto's maken
zie jij je oom lopen
met de geiten
één voor één.
Ze klimmen achter hem aan
op een rijtje tegen de bergwand.