Jezus

Verhalen willen dat het spijkers waren,
een hamer om de gaten in te slaan,
bewijzen in jouw handen die na jaren
genezen en kalmeren -afgedaan-

de broden braken, voeten in zich hielden.
Een ster bescheen een stal, en hemelsbreed
exact juist daar huilden passanten, knielden.
De telling van een tijd die nu nog steeds

het kruis draagt van verraad van beste vrienden
en veertig dagen stof in een woestijn,
van water dat jij feestelijk in wijn

veranderde en opdronk met bedienden.
Verlicht in het vergeven, sprak je talen
als zoon, geschenk van God, willen verhalen.