Strotouwtje




bindingsangst is haar vreemd
ze knoopt kritiekloos relaties aan,
trekt zich handensnijdend strak
om balen hooi en stro,
houdt scherpknellend vast,
rafelig en tegen beter weten in
ze is geenszins ijdel, oh nee,
lijdzaam laat ze zich ontvoeren
betrappen en vertrappen
onder hoeven en laarzen,
nooit ongrijpbaar
hangt ze opgewonden
in hoeken van tochtige schuren rond,
haar bescheiden lasso vangt de gewillige tijd,
geur van gedroogd gras hangt om haar heen
als een zwaar parfum van vergetelheid.