vaderen(werkwoord)

Voor Jermain Bridgewater

Zet de aarde eronder, die beentjes,
laat ze dansen, huppelend het vuur
uit die kleine slofjes schoppen,
bungelend onder het dragen.

Kam de angst uit de krullen, zacht,
langzaam -ik hoor je zingen-
onder jouw bewondering,
nooit helemaal te temmen.

Wapper dromen wakker, klop
stof uit je geheugen, oost-west
wervelt warm om jullie heen,
een passaat van herinneringen.

Spiegeltjes, kralen, voorbeeldig
rol je, geef je, doe je het geleerde
plus extra, verrassingseffecten
in nieuwe jasjes, versleten fluweel.

Blijf bulderend lachen, vaak en lang,
scherp analyseren, blazen in volle
bordjes pap, vertel sprookjes over
koninginnen en slimme spinnen.

Sleep de maan de dekentjes onder,
wieg, en wandel naar de nachtwinkel,
kauw een beetje voor, bewaar bekers,
melktandjes, zwemdiploma's, goud.

Geloof, vertrouw het mensje, altijd
en soms tegen beter weten in, blind.
Vang tranen op, raap geluk bij elkaar,
gooi twijfel op een hoop, de fik erin.

Troost vakkundig, kies de woordjes
uit jouw groots repertoire, melodisch.
Tover spookjes de laan uit, ver weg
het donker in, hang slingers op.

Bouw hutten, richt ze in, bedachtzaam,
kleur buiten de lijntjes, ontsnap aan
je werkelijke leeftijd, applaus voor jezelf,
fluit deuntjes, vouw kraanvogels, klein.

Met het schorem mee de achtbaan in,
schoorvoetend of stuiterend, overleef
paniek, straal zelfs ondersteboven,
binnenstebuiten -hopla!- kalmte uit.

Pomp fietsbandjes op, wijs bloemen
aan, noem geen namen, behalve flinke.
Strik veters, niet knellend wel knielend,
in rap tempo, losjes, lusjes strak.

Luister naar de wind, jaag op grote
boze wolven, tel drempels en bereken 
de coördinaten van struikelblokjes, sta
daarachter, met open armen. Vader.