bere

bere: buik, hart, kern, kiem, wortels, een oerkracht, gedeeld bloed, broederschap, de bron waar de vruchten van liefde en verlangen beschermd kunnen groeien, een schuilplaats voor vijandschap en verraad, de diepe rivier vol stromende, ondoorgrondelijke gedachten, raadselachtig en daarom veilig, waar op de bodem, dieper dan diep, de geheimen van een ongrijpbaar verleden bewaard worden; de oppervlakte van het bestaan ver boven zich latend; geen treurnis maar kracht, geen onmacht maar trots, onbekende kennis, overgedragen in codes, soms omhoog borrelend naar de grens tussen water en lucht, meedrijvend naar de oevers waar gele vlinders als herfstbladeren omhoog ritselen, stil maar wild, langs vochtige bospaden naar het centrum van de aarde, waar de navelstreng, het verbond tussen heden en verleden, verborgen ligt, tot stof vergruist en de grond wordt waarop wij allen leven, gevangen in een cirkel waarvan vertrekpunt en eindpunt dezelfde zijn: thuis.”